Afhankelijk van het model en netwerkinstellingen biedt het tabblad LAN of Internet opties voor de configuratie van de DHCP-instellingen. DHCP is een netwerkprotocol voor automatische IP-configuratie. Om DHCP een IP toe te laten wijzen voor het systeem, selecteert u Netwerkconfiguratie automatisch ophalen (DHCP) en klikt u op Toepassen om de instelling op te slaan.
Als u een specifiek IP-adres van uw netwerkserviceprovider gebruikt, selecteert u Handmatige configuratie gebruiken en voert u het IP-adres en subnetmasker handmatig in. Indien geen DNS server of standaardgateway beschikbaar is, laat u dit vak leeg.
Wanneer de netwerkomgeving VLAN-instellingen vereist, kunt u de VLAN-optie inschakelen en een VLAN-id voor de netwerkomgeving invoeren.
Synology RackStation ondersteunt IPv4/IPv6 dual stack. Dit impliceert dat IPv4 en IPv6 beide gelijktijdig kunnen werken op Synology RackStation. De standaardinstelling voor IPv6 is Automatisch. U kunt op de knop IPv6 installeren onder het tabblad LAN klikken om de instellingen te wijzigen.
Op de pagina IPv6 installeren kunt u kiezen tussen verschillende instellingstypes:
IPv6-adressen werken alleen onder een IPv6-netwerkomgeving. Aangezien de structuur van het internet echter nog grotendeels gebaseerd is op een IPv4-netwerkomgeving, moet u IPv6-tunnel inschakelen voor volledige toegang tot het internet. Dit kan ingesteld worden onder het tabblad Tunnel.
Wanneer RackStation als een draadloze router fungeert, kunt u met de opties van het tabblad Draadloos LAN de DCHP-service-instellingen configureren. Door de optie DHCP-server in te schakelen kan RackStation IP-adressen aan clientapparaten toewijzen.
_____
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen of in overeenstemming met uw omgeving.