Gegevensback-up

Er zijn drie manieren om een back-up te maken van gegevens van Synology DiskStation: Lokale back-up, netwerkback-up en Amazon S3-back-up. Synology DiskStation maakt een volledige back-up van de geselecteerde gedeelde mappen voor de eerste back-up. Daarna kunt u opteren om de standaardinstelling te gebruiken of het systeem uit te schakelen om back-upbestanden te verwijderen.

Als u de standaardinstelling selecteert, worden enkel gewijzigde bestanden opgenomen in de back-up en alle bestanden die van de bron verwijderd werden, worden ook uit de doelmap verwijderd. Als u echter het selectievakje voor Geen enkel back-upbestand verwijderen inschakelt, blijft een kopie van de back-upbestanden in de doelmap staan, zelfs als de bronbestanden werden verwijderd.

Lokale Back-up

Lokale back-up biedt de mogelijkheid om een back-up te maken van de gegevens op Synology DiskStation naar een systeem gedeelde map of een externe schijf via een USB- of eSATA-interface.

De back-up's worden opgeslagen in een "LocalBackup" submap onder de bestemming gedeelde map.

Als u een externe schijf gebruikt voor de back-up is het mogelijk dat u deze eerst moet formatteren.

Netwerkback-up

Netwerkback-up biedt de mogelijkheid om een back-up te maken van de gegevens op Synology DiskStation naar een andere Synology-server of een rsync-compatibele server. Er zijn twee modi beschikbaar voor netwerkback-up: niet-gecodeerd en gecodeerd. De gecodeerde modus biedt een betere beveiliging, terwijl de niet-gecodeerde modus betere prestaties biedt. Om de efficiëntie van de back-up te garanderen, is het aanbevolen de gecodeerde back-up te selecteren voor belangrijke bestanden.

De back-up’s worden opgeslagen in een map met naam "SourceServerName_MAC address" in een beschrijfbare gedeelde map op de doelserver.

Er zijn 2 back-upmodi voor een back-up van Synology DiskStation naar een rsync-compatible server: remote shell modus en rsync daemon modus. De modus rsync daemon wordt gebruikt wanneer u een back-upmodule selecteert (gedeelde map op de rsync-compatibele server) uit het vervolgkeuzemenu naast de Back-upmodule. Remote shell-modus zal alleen worden ingeschakeld wanneer u een absoluut pad invoert (beginnend met "/") in de Back-upmodule.

Opmerking:

Amazon S3-back-up

Amazon S3 back-up biedt de mogelijkheid om een back-up uit te voeren van de gegevens op Synology DiskStation naar een Amazon S3-server. Er zijn twee modi beschikbaar voor netwerkback-up: Ongecodeerd en Gecodeerd. De gecodeerde modus biedt een betere beveiliging, terwijl de niet-gecodeerde modus betere prestaties biedt. Om de efficiëntie van de back-up te garanderen, is het aanbevolen de gecodeerde back-up te selecteren voor bestanden die belangrijker zijn.

Een back-upbestand wordt opgeslagen in de Bucket die u hebt geselecteerd in Amazon S3 Server, en de ingestelde SLEUTEL-waarde start met "SourceServerName_MAC address" en eindigt met het volledige pad van dit bestand.

Met Amazon S3 Backup wordt het maken van back-up's naar Amazon S3 RRS (Reduced Redundancy Storage) eveneens ondersteund.

Een back-uptaak uitvoeren

Hieronder wordt uitgelegd hoe u een back-uptaak moet uitvoeren met de back-upwizard.

Om een back-uptaak te maken:

  1. Selecteer Maken > Gegevensback-uptaak.
  2. Volg de wizard om de set-up te voltooien.

Om een back-uptaak te bewerken:

  1. Selecteer de back-uptaak die u wilt bewerken.
  2. Klik op Bewerken en wijzig de instellingen.
  3. Klik op OK om te voltooien.

Om een back-uptaak te verwijderen:

  1. Selecteer de back-uptaak die u wilt verwijderen (druk de Ctrl-toets in en houd deze ingedrukt voor meerdere selecties).
  2. Klik op Verwijderen.

Om een back-uptaak onmiddellijk uit te voeren:

  1. Selecteer de back-uptaak waarvan u een back-up wilt maken (druk de Ctrl-toets in en houd deze ingedrukt voor meerdere selecties).
  2. Klik op Nu back-up maken.

Om een back-uptaak te annuleren:

  1. Selecteer de back-uptaak die u wilt annuleren (druk de Ctrl-toets in en houd deze ingedrukt voor meerdere selecties).
  2. Klik op Annuleren.

Zie het onderstaande gedeelte voor meer informatie over back-up:

Algemeen

  1. Back-uptaaknaam kan 1 tot 32 Unicode-tekens bevatten. De naam mag geen van de volgende tekens bevatten:
    ! " # $ % & ' ( ) * + , / : ; <= > ? @ [ ] \ ^ ` { } | ~
  2. De maximumlengte van het volledige pad voor de back-up is 2048 tekens.
  3. Als u meer dan 32 000 bestanden of mappen via AFP uploadt naar een gedeelde map in het EXT3-bestandssystem, zullen alle back-uptaken van de gedeelde map mislukken.

Lokale back-up

  1. De capaciteit van het back-updoel moet groter zijn dan de totale grootte van de back-upgegevens.
  2. De back-updoelmap mag niet dezelfde zijn als de bronmap.
  3. Als het doel wordt verwijderd tijdens de back-upprocedure zal de volgende back-up een volledige back-up zijn.
  4. De externe schijf kan niet worden geselecteerd als back-updoelmap onder de volgende voorwaarden:
    1. de externe schijf wordt geïnitialiseerd,
    2. de externe schijf wordt geformatteerd,
    3. de externe schijf is defect.
  5. Als een gecodeerde gedeelde map is ontkoppeld, kan deze niet als lokale back-upbestemming worden gekozen.

Netwerkback-up

  1. De Netwerkback-upservice op de doelmap moet ingeschakeld zijn voor u een back-uptaak kunt uitvoeren.
  2. Omdat back-up's opgeslagen worden in de map "SourceServerName_MAC address" in de geselecteerde gedeelde map, is het mogelijk dat het pad van het back-upbestand de maximumlengte overschrijdt in Windows Mijn netwerklocaties of Mac Finder. Als u de back-up's om deze reden niet kunt vinden, kunt u het proberen via FTP of Network Restoration.
  3. Voor Linux-gebruikers: alleen de accounts "admin", "root" en "rsync" mogen een netwerkback-up uitvoeren.
  4. Als de doelmap zich op het internet bevindt, moet de ingevoerde hostnaam het formaat FQDN (Fully Qualified Domain Name) hebben, bijvoorbeeld, abc.bcd.com.
  5. Back-upcodering wordt enkel ondersteund als de doelserver netwerkback-up ondersteunt, en het verificatiewachtwoord mag niet leeg zijn.
  6. Als u gegevens back-upt tussen 2 DiskStations, kunt u gedeelde mappen back-uppen volgens de ingestelde toegangsrechten van de mappen.
  7. Als u een back-up maakt van bestanden naar een DiskStation via een rsync-compatibele client, kunt u de taak enkel uitvoeren met admin-, root- of rsync-account van het DiskStation.
  8. Als u een back-up maakt van bestanden van een DiskStation naar een rsync-compatibele server, moet u de juiste naam en het correcte wachtwoord voor de rsync-back-upaccount invoeren. U moet ook de juiste back-upmodule met schrijfrechten kiezen.

Amazon S3-back-up

  1. De gegevensstructuur van Amazon S3 bestaat uit een Bucket en een SLEUTEL zonder mapstructuur. Om die reden wordt de back-up van een map momenteel niet ondersteund.
  2. Als een back-upbestand niet werd gewijzigd, wordt het niet opnieuw opgenomen in de back-up in dezelfde Bucket op de Amazon S3-server.
  3. Als een Bucketnaam niet werd gevonden wanneer u een Amazon S3 back-uptaak aanmaakt, probeert Synology DiskStation een nieuwe Bucket met deze naam te maken.
  4. Iedere Bucket op Amazon S3 moet een unieke naam hebben.
  5. Volg onderstaande richtlijnen als u Buckets maakt:
    1. Bucketnamen mogen alleen kleine letters, getallen, punten (.) en streepjes (-) bevatten.
    2. Bucketnamen moeten beginnen met een getal of een letter.
    3. Bucketnamen mogen niet met een streepje eindigen.
    4. Bucketnamen moeten tussen 3 en 63 tekens lang zijn.
    5. Bucketnamen mogen geen twee puntjes na elkaar bevatten.
    6. Bucketnamen mogen geen streepjes naast punten bevatten (zo zijn "my-.bucket.com" en "my.-bucket" ongeldig).
  6. De maximumlengte van een Amazon S3-SLEUTEL is 1024 tekens. Om een succesvolle back-uptaak naar Amazon S3 uit te voeren, mag het pad niet langer zijn dan: 1024 min de lengte van de "Doelmaplengte".
  7. De maximumgrootte van het back-upbestand voor Amazon S3 is 5 GB.
  8. Als u Amazon S3 RRS-ondersteuning inschakelt, worden alleen gewijzigde gegevens na inschakeling van de optie naar RRS-opslag geback-upt, ofwel, gegevens die al in de standaard opslag van Amazon S3 zijn geback-upt worden niet nogmaals naar RRS geback-upt.

Een back-up maken van een gecodeerde gedeelde map

  1. Er zal een gecodeerde gedeelde map worden gemaakt met de mapnaam en het suffix "(Gecodeerd)".
  2. Een gecodeerde gedeelde map zal worden vergrendeld nadat ze is ontkoppeld. U kunt deze of een van de submappen niet selecteren of deselecteren voor een back-up.

ACL tijdens back-up migreren

Als u bestanden back-upt of synchroniseert met Synology DiskStation, kunnen de Windows ACL-instellingen van de bestanden eventueel bij de bestanden worden geback-upt/gesynchroniseerd, afhankelijk van het bestandssysteem van de bestemming:

    Opmerking:
  1. om op de juiste wijze toegang te krijgen tot de back-upbestanden, volgens de Windows ACL-instellingen op de bestemmingen, maakt u accounts op de bestemmings-DiskStations door accounts te importeren vanaf het bron-DiskStation. Handmatig gemaakte accounts met identieke accountnamen zijn niet van toepassing op de Windows ACL-instellingen.
  2. Alleen de Windows ACL-machtigingen van DSM-lokale gebruikers worden geback-upt. Domeingebruikers worden door deze functie niet opgenomen.